1

Collectieonderzoek III : Kunst in Europa na '68




Collectieonderzoek III : Kunst in Europa na '68

» Let op: deze activiteit is voorbij «

Vanaf 13 september presenteert S.M.A.K. een tentoonstelling – annex onderzoeksproject – rond haar eigen collectie, onder de titel Collectieonderzoek III: Kunst in Europa na ’68. ('Collectieonderzoek I' was het project 'Inside Installations' in 2010; 'Collectieonderzoek II' was het project ' Museum for a Small City' van Richard Venlet in 2013). Het gaat om een tentoonstelling over Kunst in Europa na ’68, die in 1980 door Jan Hoet werd georganiseerd, waarbij het collectieonderzoek als centraal uitgangspunt fungeert. S.M.A.K. onderstreept dit project meteen als een hommage aan zijn begin 2014 overleden stichtend directeur.

Met Kunst in Europa na ‘68 organiseerde Jan Hoet voor het eerst een tentoonstelling met een internationale uitstraling in het toenmalige Museum van Hedendaagse Kunst in Gent. Jan Hoet zette hiermee in één beweging het museum op de internationale kaart. Maar behalve op de bekendheid van het museum had deze tentoonstelling ook een grote invloed op de aangroei en de betekenis van de collectie. Voor het eerst beschikte Hoet over de middelen om de collectie vanuit artistiek-inhoudelijk perspectief substantieel vorm te geven door de verwerving van belangrijke werken als Panamarenko’s 'The Aeromodeller', Joseph Beuys’ 'Wirtschaftswerte' en topstukken uit de Italiaanse Arte Povera. Het belang van deze sleutelwerken vormde de aanleiding voor verdiepend onderzoek naar de betekenis van de tentoonstelling Kunst in Europa na ’68 voor de collectie van S.M.A.K.

De deelnemende kunstenaars voor 'Kunst in Europa na ’68' in 1980 waren: Art & Language, Joseph Beuys, Christian Boltanski, Marcel Broodthaers, Stanley Brouwn, Daniël Buren, Victor Burgin, Tony Cragg, The Red Crayola, Hanne Darboven, Jan Dibbets, Braco Dimitrijevic, Luciano Fabro, Hans Peter Feldmann, Barry Flanagan, Gilbert & George, Hans Haacke, Imi Knoebel, Jannis Kounellis, Richard Long, Mario Merz, Panamarenko, Giulio Paolini, Anne & Patrick Poirier, Gerry Schum, Jean Luc Vilmouth, Ger Van Elk en Gilberto Zorio.

Tentoonstelling in het najaar

De tentoonstelling die dit najaar plaatsvindt, neemt dit onderzoek als uitgangspunt en zal aan de hand van een aantal belangrijke collectiestukken en een selectie aan archief- en documentatiemateriaal (het ontstaan van) de tentoonstelling en haar belang voor de collectie in kaart brengen. Dankzij talrijke documenten, brieven, foto’s, verslagen, audiovisuele fragmenten, ontwerpschetsen, plannen enzovoort uit het eigen museumarchief en uit externe archieven, kon een reconstructie van deze cruciale periode in de geschiedenis van het museum gemaakt worden.

Toch tonen we vandaag geen re-enactment van Kunst in Europa na ’68 zoals de tentoonstelling in 1980 was. We kiezen daarentegen voor een samenwerking met kunstenaar Richard Venlet, die vertrouwd is met de collectie van het museum (cfr. 'A Museum for a Small City', najaar 2013) en aan wie de scenografie voor de tentoonstelling wordt toevertrouwd. We verkiezen op deze manier een scherpe inhoudelijke reconstructie aan de hand van het aanwezige en opgespoorde documentair materiaal boven een re-enactmentproject.

Collectieonderzoek III: Kunst in Europa na ’68 zal geflankeerd worden door een publicatie over het onderzoeksproject én inhoudelijk publiek programma dat deels zal worden gelinkt aan de tentoonstelling 'De Zee', die dit najaar als eerbetoon aan Jan Hoet in Oostende (via Mu.ZEE) zal plaatsvinden. Meer info over het publieke programma volgt later.

 Bezoek www.smak.be

Collectieonderzoek III : Kunst in Europa na '68
Leuke foto beschikbaar? Stuur er eentje op naar redactie@dagjeweg.nl.