» Let op: deze activiteit is voorbij «

Dit najaar brengt het Residentie Kamerkoor een programma met werk van Nederlandse componisten voor het voetlicht. Geliefde composities uit heden en verleden, die tonen waarin een klein land groot kan zijn.
Ton de Leeuw (1926–1996) studeerde bij o.a. Olivier Messiaen en was geïnteresseerd in niet-westerse muziek. Zijn Missa Brevis (1952) en Prière (1953) demonstreren het kruispunt van de oosterse filosofie en de westerse techniek. Hendrik Andriessen (1892–1981), Haarlems componist en organist, zag eigenlijk geen scheidslijn bestond tussen instrumentale en vocale muziek. In zijn Ommagio a Marenzio uit 1965 blijft hij trouw aan de tonaliteit.
Jan Pieterszoon Sweelinck (1562–1621) is een van Nederlands grote helden. In dienst van het Amsterdamse stadsbestuur maakte hij zijn psalmbewerkingen op de prachtige vertalingen van Clément Marot en Theodore de Bèze: stichtelijk vermaak voor het Amsterdams Collegium Musicum.
Daan Manneke (* 1939) schreef over zijn psalmen: (het) ‘beroemde erfgoed, het zogenaamd Geneefs psalter, is mijn eerste en belangrijkste muzikale bron … de overweldigende, poëtische en emotionele kracht van de psalmteksten is mij tot op heden bijgebleven.’
Voor Rudolf Escher (1912–1980) is harmonie heel belangrijk. ‘In de toekomst gaat het om het aandeel van de harmonie. Daar draait het om.’ In ‘Le vrai visage de la paix’ toont Escher zich daarin een meester.

Ton de Leeuw: Missa Brevis & Prière
Hendrik Andriessen: Ommagio a Marenzio
J.P. Sweelinck: Vers les monts j’ay levé mes yeux (Psalm 121) & Or sus, serviteurs du Seigneur (Psalm 134)
Daan Manneke: Je lève mes yeux (Psalm 121) & Voici oh! Qu’il est agréable (Psalm 133)
Rudolf Escher: Le vrai visage de la paix

 Bezoek www.bachensembles.nl