Ger Vos: 'Dirigenten gaan nooit met pensioen'

Zoek tussen de mooiste concerten! Interview door

archief oud artikel 24 oktober 2014 Cultuur Wageningen, Gelderland Een beroep in de muziek werd niet gestimuleerd bij dirigent Ger Vos thuis. Hij speelde wel mandoline, maar dat was alleen ter ontspanning. ‘Leer maar een echt vak', zei zijn vader. En dus werd Ger Vos elektrotechnisch ingenieur. Maar de muziek bleef trekken.

Geld in het laatje

Als kind luisterde ‘Gerrie' altijd al naar de radio, klassieke muziek, altijd weer. Ook zong hij als jongen van zes jaar in het knapenkoor van de kerk. Vos blikt terug: “De koster was tegelijkertijd ook dirigent en organist. Toen ik twaalf jaar was en eigenlijk te oud werd voor het knapenkoor, kwam hij bij mij thuis vragen of Gerrie nog een jaartje mocht meezingen. Hij vond mijn sopraanstem zo mooi!” Dat mocht, hoewel zijn ouders in de muziek geen toekomst zagen. “Mijn vader zei dat ik maar een echt vak moest leren, dat geld in het laatje zou brengen. Dus koos ik voor de techniek, dat vond ik ook interessant.

Studeren en werken

Toen Vos al een aantal jaar werkte als ingenieur, raakte hij in gesprek met een dirigent. “Ik had een mooie baan, maar hij inspireerde me zodanig dat ik me aanmeldde bij het conservatorium in Maastricht en vertelde dat ik auditie wilde doen voor de opleiding Koordirigent. En ik werd nog toegelaten ook. Toen moest ik een fulltime baan combineren met deze studie, zeven jaar lang.” Na die zeven jaar zegde Vos met spijt zijn baan op om zich volledig op de muziek te kunnen storten.

Zingen in Parijs

Inmiddels is Vos allang voorbij de pensioengerechtigde leeftijd. “Alleen: dirgenten gaan nooit met pensioen,” lacht hij. Momenteel heeft Vos nog vier koren, waaronder Vivavoce uit Wageningen. “We begonnen in 1992 als het koor Jus d'Orange. Dat ontstond uit een reisje met het studentenkoor van de universiteit van Wageningen naar Parijs. Daar traden we buiten op, zomaar langs de Seine en op de straten. Een lichtvoetig programma dat naar meer smaakte. Op mijn initiatief zijn we toen verder gegaan. En waar het studentenkoor wat vrijblijvender was, zochten we voor Jus d'Orange zangers met kennis van het gebruik van de stem. Die naam paste goed bij ons, maar toen we de Johannes Passion gingen uitvoeren, vond ik het niet zo geschikt meer.” Na enig brainstormen koos men de naam Vivavoce, letterlijk vertaald: Leve de stem.

Boodschap in de muziek

Als je wat uitdaging zoekt in een koor, dan ben je bij Vivavoce op je plek, vertelt Ger Vos. “De zangers studeren lang niet allemaal meer, ze zijn naar allerlei uithoeken verhuisd. Daarom oefenen we één zondag per drie weken, daarvoor komen ze nog steeds terug.” En ook Vos zelf zoekt de uitdaging steeds weer op. “De uitdaging komt uit de muziek zelf. Er is nog zoveel nieuws te ontdekken, ook na al die jaren dat ik dirigent ben. Nou ja, neem de Mattheus Passion, die blijft mooi, ook al voer je ‘m dertig keer op. De basis blijft toch de boodschap die in de muziek ligt.” En omdat Vos vier heel verschillende koren heeft, kan hij alle kanten op. Hij is voorlopig dus niet uitgedirigeerd. Wat er nog op het verlanglijstje van Ger Vos staat? “Ik wil heel graag nog eens het Requiem van Giuseppe Verdi opvoeren. Of het War Requiem van Benjamin Britten, een indrukwekkend werk voor koor, solisten, orkest en een jongenskoor. Prachtig! Maar ja, zulke grote producties kun je niet te vaak doen als je weinig subsidie krijgt.”

Laatst gewijzigd: 2014-11-07 10:41:03 · Gepubliceerd: 2014-10-24 11:02:49 - 423