Van 6 oktober t/m 15 november presenteert het Haags Gemeentearchief Atrium de tentoonstelling De kortste geschiedenis van Scheveningen in het Atrium Den Haag.
Dat Den Haag zich kan promoten als 'Stad aan zee' dankt de stad aan Scheveningen. Het oorspronkelijke vissersdorp was nooit een zelfstandige gemeente, maar Scheveningers voelen dit wel zo. Niet voor niets heeft Scheveningen sinds 1984 een eigen dorpswapen.
Visserij was voor Scheveningen de basis. Hier werden de pinken en bomschuiten tot het begin van de twintigste eeuw op het strand getrokken. Daar werd ter plekke de vis verhandeld en de vrouwen vertrokken met manden vol vis op hun hoofd naar Den Haag om daar de vis aan de man te brengen. Het dorp krijgt in 1903 een eigen haven met een visafslag.
In de negentiende eeuw ontstaat naast het vissersdorp de mondaine badplaats Scheveningen die rijke toeristen uit binnen- en buitenland aantrekt die het culturele leven tot grote hoogte stuwen. De Tweede Wereldoorlog maakt een einde aan die hoogtijdagen. Na de oorlog wordt de badplaats meer en meer het domein van dagjesmensen en het massatoerisme dat langzaam maar zeker op gang komt.
Het Haags Gemeentearchief is in 2021 begonnen met het project #HaagsDNA. Ieder schooljaar besteedt het archief extra aandacht aan een stadsdeel. Van 6 oktober t/m 15 november is de beurt aan Scheveningen met een tentoonstelling. Deze tentoonstelling is gebaseerd op de gelijknamige Haags Gemeentearchief uitgave: De kortste geschiedenis van Scheveningen.
De kortste geschiedenissen van Laak, Loosduinen, Leidschenveen-Ypenburg en Haagse Hout zijn gratis verkrijgbaar op de studiezaal van het Haags Gemeentearchief en in de bibliotheken in het betreffende stadsdeel.
De kortste geschiedenis van Scheveningen
De kortste geschiedenis van Scheveningen

Foto: Het Wapen van Scheveningen