archief oud artikel 3 maart 2008 Amsterdam, Noord-Holland Iedereen kent Superman. Zijn makers, Joe Shuster en Jerry Siegel, zijn een stuk minder bekend. Toch is er voor hen nu ook een moment van eer en aandacht. Namelijk in de tentoonstelling “Superhelden en Sjlemielen” in het Joods Historisch Museum.
Helden en antihelden uit de stripkunst zullen 7 maart tot en met 8 juni te zien zijn in een expositie over stripverhalen en beeldromans van joodse stripkunstenaars. Originele tekeningen, gedrukte werken en filmmateriaal verbeelden de kijk op het Joodse verleden van veertig succesvolle stripkunstenaars. De expositie bevat strips uit de periode 1920 tot nu.
Onmisbare herinneringen
Tijdens deze tentoonstelling zal duidelijk worden op welke manier de Joodse ervaringen van de tekenaars een rol speelden in hun strips. De expositie slaat een brug tussen de verschillende stijlen en generaties van schrijvers en tekenaars die hun Joodse herinneringen als onmisbaar ingrediënt in hun strips gebruiken.
Historische band
Worden stripverhalen hiermee specifiek iets Joods? Superman is geen joodse held, en ook het genre is niet door Joodse kunstenaars bedacht. Toch maken veel kunstenaars van de Amerikaanse en Europese strips gebruik van de joodse geschiedenis en de autobiografie. De strip is niet per se het speciale terrein van de joodse kunstenaars, maar de tentoonstelling bewijst wel dat er een historische band bestaat tussen de stripkunst en de Joodse cultuur.
Een deel van de expositie is speciaal gewijd aan het werk van Will Eisner. Hij was de eerste kunstenaar die zijn herinnering aan de joodse geschiedenis uitwerkte in een beeldroman. Andere grote namen zijn Joe Kubert, Ben Katchor en Rutu Modan. Naast dit werk zijn er ook moderne Europese strips in de tentoonstelling te zien over de joodse cultuur en geschiedenis, zoals "De kat van de rabbijn" van Joann Sfar.
Laatst gewijzigd: 2011-05-09 10:46:50 · Gepubliceerd: 3 maart 2008 - 1187