Linnaeus gaf de dieren een naam

Wetenschap dankt veel aan Zweedse bioloog

Natuurhistorisch Museum Maastricht Redactioneel door

archief oud artikel 19 september 2007 Maastricht, Limburg Gaf Marianne Thieme de dieren een stem, Linnaeus gaf ze een naam. 'Als 't beestje maar een naampje heeft', een tentoonstelling over en van museumdieren en -planten aan de hand waarvan een nieuwe soort officieel beschreven is, leert bezoekers van het Natuurhistorisch Museum Maastricht het belang van dierennamen. Bovendien komen zij tot 2 december 2007 alles te weten over de Zweedse bioloog zelf.

Wie kent Carl Linnaeus niet van de biologielessen op de middelbare school? Inmiddels is het alweer driehonderd jaar geleden dat de beroemde naamgever aller dieren werd geboren in het Zweedse dorpje RÃ¥shult. Het domineeskind werd door zijn indeling van het dierenrijk bekend over heel de wereld. Ook zijn vaderland eert hem nog immer: wie in Zweden met een briefje van honderd kronen betaalt, ziet daarop de bioloog. De tentoonstelling in Maastricht geeft achtergrondinformatie over zijn leven en werk.

Systema Naturae

De biologie heeft veel aan deze man te danken. Die conclusie is snel getrokken. Nog altijd gebruiken biologen het Systema Naturae van Linnaeus. Ofwel: de 250 jaar oude systematische indeling van het rijk der dieren. De Zweedse bioloog was in de achttiende eeuw verantwoordelijk voor de invoering het gebruik van Latijnse namen in de wetenschap. Wel zo belangrijk. Zo weten wetenschappers over heel de wereld waarover u het heeft als u een Alcedo Atthis gezien heeft. Noemen de Nederlanders het beestje IJsvogel, de Britten noemen deze vogel Kingfisher. Daarmee wordt gelijk de autoriteit van Linnaues duidelijk: hij zorgde voor eenheid in de wirwar van dierennamen. Kortom, de wetenschapper van vandaag is hem er ongetwijfeld nog steeds dankbaar voor.

Entemnotrochus rumphii

Op de expositie zijn museumstukken te zien die normaal gesproken alleen in de archieflades van de Nederlandse natuurmusea liggen. “Enige tientallen typen uit de collecties van de natuurhistorische musea in Maastricht, Rotterdam en Leiden vormen de ruggengraat van de tentoonstelling en dat is uniek, want museumdirecteuren en conservatoren 'zitten' op hun typen als een bankdirecteur op zijn goudvoorraad”, schreef het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, waar de expositie eerder te zien was, al. Uit de kluis van datzelfde museum is bijvoorbeeld het kolossale slakkenhuis Entemnotrochus rumphii te zien. M.M. Schepmann, rentmeester van het kasteel van Rhoon en schelpenwetenschapper, beschreef deze zogenoemde schelp van Rumphius in 1879 voor het eerst. Een ander bezienswaardig museumstuk is de Wallace Paradijsvogel, afkomstig uit Naturalis. Relatief nieuw is de fruitvleermuis van Boo, een eilandje nabij Nieuw-Guinea. Macroglossus minimus booensis werd pas in 2001 ontdekt en beschreven. Met dank aan Linnaeus.

Laatst gewijzigd: 2011-05-09 10:46:50 · Gepubliceerd: 19 september 2007 - 1808